Als je gezonder wil gaan eten is een van de dingen die je overal leest (ja, ook op mijn blog) dat je meer groenten en fruit moet eten. Tja. Logisch. Kan niemand iets tegen inbrengen. Maar weten en doen zijn twee heel verschillende dingen. Een bekende truc voor ouders die hun kinderen meer groenten willen laten eten, is de groenten verstoppen in de maaltijd. Nou ben ik toevallig ook moeder van 4 kinderen en een doorwinterde groentenverstopper. Dus, ja! Je krijgt een verstoptip van me. Meer groenten gaan eten is ook een aanpassing van je mindset, een gewoonte die moet inslijten. Een beetje herprogrammeren van je koppie doet wonderen. Ook daar heb ik een tip voor. Kortom: wat kan jij doen om meer groeten binnen te krijgen?

Nieuwe gewoonte

Verander je manier van denken, je mindset, als volgt: Baseer de avondmaaltijd op groente. Dus je eet vanavond sla (met biefstuk en gebakken aardappeltjes), of bijvoorbeeld bloemkool (in ansjovis knoflook olie met spaghetti). Je eet dus geen biefstuk met gebakken aardappeltjes en sla, capice? Zo kan ik nog wel 20 voorbeelden geven, maar dat lijkt me niet nodig. Je begrijpt het idee, toch? Gebruik deze tip als je bedenkt wat je gaat eten. Welke groente heb ik zin in, heb ik nog liggen, is in de aanbieding? Het maakt niet uit welke je kiest, als je er maar 1 of meer kiest. Vervolgens bedenk je hoe je deze groente lekker kunt bereiden. En ten slotte wat je er bij wil eten.

Meer groenten per keer

Vul minimaal de helft van je bordje met groenten. Makkelijke tip toch?

Verstoppertje spelen

Het zat er bij mij al jong in: groenten verstoppen. Toen ik klein was vond ik warm eten niet lekker. Vooral die groenten. Ik moest altijd na het eten in de bijkeuken zitten om mijn koudgeworden avondmaaltijd op te eten. Gelukkig stond daar van alles, waaronder een paar grote kasten. Met knutselspullen, lege schoenendozen enzo. Een geweldige plek om mijn groenten te verstoppen. Dan ging ik als mijn bordje leeg was, nog even een rondje fietsen. En kieperde ik de volle schoenendoos ergens illegaal weg. Jammer voor mijn kinderen, die kunnen deze geweldige tactiek niet meer toepassen, aangezien ik alle trucjes ken. Om ze toch een beetje tegemoet te komen, verstop ik hun groenten alvast voor ze. Een van de makkelijkste manieren is om pastasaus te maken met tomaat en knolselderij als basis, en verder wat je zo’n beetje nog aan groenten hebt liggen. De saus fijnmaken met de staafmixer en voilà: een groentenfeestje waarbij de kinders niet picky kunnen zijn. Want hoe haal je in hemelsnaam een gepureerde wortel/ui/paprika uit je saus? En pasta vinden de meeste kinderen best lekker. Om het mezelf makkelijk te maken kook ik veel te veel en vries de overgebleven saus in. Zo heb ik altijd 2 of 3 sauzen in de vriezer. Even ontdooien, pasta erbij en je redelijk verantwoorde maaltijd is klaar!

Verwachtingen managen

Je kunt ook heel ver gaan met het verstoppen (zie tip hierboven) en bijvoorbeeld brownies met zwarte bonen maken. Ja. Echt. Google maar eens. Heb ik ook geprobeerd. En het is natuurlijk persoonlijk, maar ik vond het echt niet lekker. Balen, heb ik zo m’n best gedaan. M’n kopje thee stond al klaar, en ik verheugde me op mijn brownie. Het leek er in de verste verte niet op. Dat was wel een leerpuntje voor me: je kunt het beter verkopen voor wat het is, dan voor iets wat het niet is. Ik heb echt bepaalde verwachtingen bij een brownie. Als het er dan niet op lijkt, dan valt het tegen. Dus: goede marketing, ofwel verwachtingsmanagement, is een vereiste.  Bedenk een creatieve naam die wel een beetje de juiste verwachting schept. Verkoop het voor wat het is. Echt. Een echte brownie smaakt niet naar gezond. Dus noem je bonenbaksel geen brownie. Ik ben heel hard aan het nadenken hoe je het dan wel zou kunnen noemen, maar ik kan niets pakkends verzinnen. Waarschijnlijk omdat ik het niet zo lekker vind. Deze hoort bij mij in de categorie ‘leuk idee, maar Nee’.